Gemakshalve worden in het tropisch regenbos vaak etages of lagen onderscheiden, een onderverdeling die nogal kunstmatig is, omdat in feite alle lagen, vooral de boomlagen, ge-leidelijk in elkaar overgaan. Toch brengen we die onderverdeling in etages (stratificatie) graag aan omdat een schema zo praktisch is om mee te werken. Zo onderscheiden we van beneden naar boven:

  • de ondergroei , welke bestaat uit spaarzame kruiden (bv. palulu’s) en lage palmen (bv. paramaka);
  • de onderste boomlaag gevormd door de kronen van boomsoorten die nooit tot in het ‘bosdak’ doordringen (bv. bosdruif)
  • het gesloten kronendak of bosdak, gevormd door bomen die niet verder groeien zodra hun kroon in het volle licht komt (de meeste boomsoorten).
  • de onderbroken opperetage, gevormd door de ‘uitschieters’ die boven het bosdak uitsteken (bv ingipipa).